
Port Antonio: De (grootste) plaats in de omgeving van de NO kust, waar wij beginnen met vogels kijken.

Nog erger vijf dagen achterelkaar een driegangen menu met Carribische gerechten , maar zeker een Michelin ster waard!

De ideale bloem voor kolibris, bijvoorbeeld de nationale vogel van Jamaica „Doctorbird of Red-billed Streamertail”, zo snel dat ze niet te fotograferen zijn.

Eindelijk een jungle trail bij San San. Het is hier behoorlijk warm en vochtig maar wel met de betere endemische vogelsoorten.

Het bos langs de Ecclesdown Road ligt een paar honderd meter boven zeeniveau, is vochtig met een weelderige begroeiing.

Een dag hier vogels zoeken met de gids Lyndon. Na een paar uur vogels kijken in alle vroegte nuttigen wij hier een uitgebreid ontbijt. Tikje decadent, niet?

Een van de twee steeds zeldzamer wordende papagaaien soorten, Black-billed Parrots. Deze afgebroken palm is hun nest geworden.

In de bergen van Jamaica is het weer snel wisselend. Hier een dreigende regenbui op Ecclesdown Road.

De laatste drie dagen gaan wij hoog de Blue Mountains in om de laatste endemische vogelsoorten te zoeken. Hier zie je de weg die vanaf de kust in het noorden hebben genomen.

Dit is het hoogste punt op de weg, de Hardwar Gap op 1200 m hoogte. Vanaf hier kan je met mooi weer zowel de noord als zuidkust van het eiland zien.

Vanuit de koele bergen een blik op het broeierige Kingston aan de zuidkust. Kingstonianen gebruiken de Blue Mountains graag om af te koelen in het weekend. Gelukkig waren wij voor de drukte weg.

Dit nevelwoud herbergt ook nog zo’n twintig endemische vogelsoorten, maar het weer moet wel mee zitten. De Blue Mountains zijj berucht vanwege de veelvuldige regen en mist: je bent nevelwoud of niet.

Bloeiende reuzen bromelia. Aantrekkelijk voor vogelsoorten zoals de Jamaican Oriole, Jamaican Vireo, Jamaican Peewee, Jamaican Spindalis, Jamaican Elaenia, Jamaican Blackbird, Jamaican ….. enz.

Lekke band…, ach gebeurt eigenlijk iedere reis wel een keer. De wegen zijn weliswaar geasfalteerd, maar „potholes” worden niet snel opgevuld.

Dwergbos bedekt de hoogste regionen van de bergen. Lage kronkelige bomen natuurlijk ook met baardmos aan de takken. De harde wind zorgt er voor dat bomen niet al te hoog kunnen worden.
