Website van Martin en Resi
Vogel verslagen en fotoalbums
Site Navigation
[Skip]
Home
South America
North and Central America
Australia/New Zealand/P New Guinea
Asia
Africa
Uganda 2013 fotoreisverslag
Hieronder staat aangegeven welke gebieden wij in Uganda bezocht hebben van 1 t/m 21 augustus 2013
Wanneer je in Uganda arriveert dan verblijf je meestal een of twee nachten in Entebbe. Vlak bij deze stad liggen de uitgebreide botanische tuinen, waar je de eerste Ugandese vogelsoorten kan scoren.
Deze Black-and-white Casqued Hornbill (neushoornvogel) komt bijvoorbeeld veel voor in de tuinen en heeft een hoeveelheid snavel, waarvan je je afvraagt hoe er nog mee te vliegen valt.
Extra aandacht in de botanische tuinen eisen de verschillende soorten apen. Dit zijn Groene Meerkatten. Ze zien er buitengewoon vriendelijk uit, maar schijn bedriegt. Ze jatten alles wat eetbaar is en zichtbaar. Daarbij schuwen ze niet om matig geweld te gebruiken tot bijten toe, wanneer zij hun zin niet krijgen.
De belangrijkste reden om echter tenminste een dag rond Entebbe te verblijven is de vogelwereld van het Mabamba moeras. Tegenwoordig is dit namelijk een van de makkelijkste plekken in Uganda om de Schoenbekooievaar te zien.
Zie hier de eerste ontmoeting met deze absurde vogel. Ruim 1 meter vijftig hoog en vaak verscholen in het riet en de papyrus.
Met name de snavel en kop geven de vogel een uiterlijk van een prehistorisch wezen. Roerloos staat hij je half loensend aan te kijken, zonder ook maar een keer met zijn ogen te knipperen.
Na Entebbe gaat de reis naar Jinja, een stad die aan de oorsprong van de Nijl ligt, die hier het Victoria meer uitstroomt om zijn weg naar de Middelandse Zee te beginnen. Hier brengen wij twee nachten door in de Kingfischer (IJsvogel) Lodge, een heel toepasselijke naam, omdat bij zonsopgang het langs de oever van het Victoria meer stikt van de verschillende soorten ijsvogels.
In de lodge krijg je dit soort ronde hutjes, die ze rondavels noemen en van alle gemakken voorzien zijn. Prettige bijkomstigheid is wel dat de hutten goed afgeschermd zijn met muggengaas om de alom vertegenwoordigde malariamuggen te weren.
De meest belangrijke reden om dit gebied te bezoeken zijn een aantal endemische vogelsoorten, die in het aangrenzend bosgebied op de hellingen van het Victoria meer gemakkelijk zijn te vinden.
Na het Victoria meer gaan wij door naar het Budongo bosgebied. In het stadje Masindi, dat op zich zelf buitengewoon primitief oogt, treffen wij tot onze verrassing een leuk en goed hotel in een oud Engels koloniaal gebouw aan.
In het Budongo bos ligt een weg die ze de Royal Mile noemen. De weg (nou ja…) heeft een magische naam onder vogelaars die naar Midden Afrika gaan vanwege de grote soorten rijkdom. De eerste ochtend hebben wij een beetje pech omdat het regent, maar dat verhindert ons niet om gedurende de dag zo'n 70 tot 80 soorten te zien.
In Afrika komen veel honingzuigers voor. Dit zijn een soort kolibries, omdat deze net als kolibries leven van nectar. Hieronder staat een mannetje van de Roodborst Honingzuiger (Red-chested Sunbird).
We zijn uitgerust met een uitstekende Toyota landcruiser (safari model), een zeer ter zake kundige lokale vogelgids en Gaiten (in blauw), een prima en humoristische Tanzaniaanse chauffeur, die wij al van een vorige trip in Tanzania kennen.
Het volgende nationale park op "onze" lijst is de Murchison waterval. Onderstaande foto spreekt onsinziens voor zich zelf……….
Dit is het zicht boven op de waterval, waar de Nijl met donderend geraas in het Albert meer stort. Er zouden al heel wat kano's van avontuurlijke ontdekkingsreizigers mee naar beneden gegaan zijn.
Hier beneden ligt dan het Albert meer. We hebben ook een middag een boottochtje naar de voet van de waterval gemaakt. Helaas moet je er al snel zo'n kilometer vandaan blijven vanwege de draaikolken en rotsen in het water.
Op zich is de boottocht zelf eigenlijk leuker, omdat je veel zoogdier en vogelsoorten langs de oever ziet. Hier een badende olifant die het nodig vond om de boot met passagiers een beetje uit te dagen.
Wat zoogdieren betreft is het park ook bekend om het voorkomen van de aparte Rothschild's Giraffe. Duidelijk anders getekende dan de "standaard" vorm, maar wij begrepen dat het nog steeds niet besloten is of het hier nu echt om een andere soort van de giraf gaat, of slechts een lokaal voorkomende kleur afwijking.
Wanneer wij de vanuit het Murchinson nationale park doorreizen naar het Kibale national park is dat een autorit van zo'n 7-8 uur over veelal stuiterende wegen. Hier zijn wij in de Rift vallei met een uitzicht over het Albert meer.
Het Kibale nationale park is een geweldig mooi oud nevelwoud met een grote rijkdom aan vogelsoorten, maar verreweg de meeste bezoekers komen naar dit bosgebied om het grote aantal apensoorten te zien.
De meest aantrekkelijke van deze apensoorten in het bos is natuurlijke de Chimpansee. Het vinden van deze mensapen is niet altijd makkelijk en je moet hiervoor inschrijven in een kleine groep, die dan samen met rangers op "chimp tracking" gaat. Wij hadden geluk en hebben eigenlijk maar zo'n anderhalf uur op de boshelling moeten zoeken.
We troffen ze vroeg in de ochtend hoog in de bomen aan, waar ze zich te goed deden aan de een soort vijgachtige vruchten. Dat ze zo hoog in de bomen zitten was voor ons een verrassing. Als de rangers het ons niet verteld hadden, waren wij hoofdzakelijk op de grond gaan zoeken.
Boven in de bomen, zo'n 10 tot 20 meter hoog, zitten de chimpansees stil te eten en veroeren zich hierbij nauwelijks. Kortom je kan ze makelijk over het hoofd zien als je niet veel in de boomtoppen kijkt.
Ofschoon ze ons wel constant in de gaten leken te houden, deden ze echter wel hun best om zo ongeinteresseerd mogelijk over te komen.
Alleen omdat hun tafel manieren toch wel wat onbehouwen zijn, vallen er regelmatig vruchten uit de bomen, waardoor hun aanwezigheid opvalt.
In de buurt van de Chimpansees houden zich ook diverse andere soorten apen op. Dit is een Blue Monkey, een apensoort uit de familie van de meerkatten.
In het bos zijn echter ook een aanzienlijke hoeveelheid bavianen. Van alle diersoorten die wij in Afrika gezien hebben, gedragen deze forse apen zich veelal agressief, zowel tegen andere apensoorten, soortgenoten als mensen. Moeder en jong mogen er dan op de foto aandoenlijk uitzien, de realiteit is echter een echte agressieve aap, wiens humeur in seconden kan omslaan.
Op zich zijn bavianen ontzettend slimme dieren. In de boswegen van het Kibali gebied zitten ze vaak te wachten langs de hellingen van de weg waar de auto's langzamer moeten rijden. Als ze ook maar iets enigszins eetbaar zien, springen ze daar op af en roven bijvoorbeeld bananen of mango's uit de laadbakken van vrachtautootjes. Als ze de kans krijgen schromen ze zelfs niet om in auto's te klauteren om zichtbaar eten te pikken.
In dit bos zagen wij ook Red Colobus apen, een soort die zich tot nu toe niet gemakkelijk aan ons had laten zien. Dit is een van de favorieten apensoorten die op het menu van chimpansees staat. We hoorden dat de gezamelijke jachtstrategie van de chimps er voor zorgt dat ze uit de boom vallen, waarbij chimps op de grond er voor zorgen dat de Red Colobus "eetbaar" wordt. Een twijfelachtige eer voor deze soort.
De laatste middag in het Kibale gebied hebben wij nog een moeras bezocht dat in een valllei tussen de bosgebieden lag. Een gebied vol met vogels, apen maar ook bijvoorbeeld drie soorten mamba's (een soort cobra's). Volgens onze lokale gids viel er in het gebied nog wel jaarlijks een dode door deze gifslangen. Zo als te verwachten zagen wij natuurlijk geen slang.
Het volgend nationale park op ons "lijstje" is het Queen Elizabeth Nationale Park. Het park bestaat grofweg uit twee verschillende gebieden. Een soort savanne landschap met veel acaciabomen. Verder bestaat het park voor een deel uit twee meren, de Edward en George meren, die samen verbonden worden door een soort natuurlijk waterweg, dat het Kazinga kanaal heet.
Een van de hoogte punten uit het savannelandschap is natuurlijk het zien van leeuwen. Hier een jong mannetje dat nog maar twee vrouwtjes in zijn "harem" heeft.
Dit is een van beide vrouwtjes. Met een lome gang loopt zij door het landschap. Je kan je bij het zien van deze beesten nauwelijks voorstellen dat zij in staat zijn tot een enorm fanatieke jacht partijd op antilopen en gazellen
Een belangrijke voedselbron van deze leeuwen in het park is de Uganda Kob, een gazelle die zo'n beetje tot het "staple food" van de leeuwen behoort.
Humeurigheid geldt ook voor de olifanten. Staan ze er het ene ogenblik rustig kauwend bij, het andere ogenblik slaan ze aan het tetteren, wapperen met de oren en het is maar beter om dan wat door te rijden.
Als je het beest in het gezicht kijkt kan je er eigenlijk alleen maar een goedaardige lobbes in zien, maar helaas schijn kan bedriegen.
Dit geeft een overzicht van het Kazinga kanaal dat de Edward en George meren met elkaar verbindt. Een boottochtje langs de oevers is in Uganda een van de beste gelegenheden om de grote wilde diersoorten van dichtbij te bekijken.
Ze zien er zo goedaardig uit, de vele nijlpaarden die je langs de oever aantreft, maar helaas ook hier is het weer schijn bedriegt.
De beesten kunnen enorme ruzie maken, waarbij niet zelden een van de vechtende mannetjes gedood wordt door een rivaal. Als je de mannetjes nijlpaarden met een kijker eens wat beter bekijkt zie je dat hun huid vol litekens door beten van rivalen zitten. Ook al niet gezellig om dus een nijlpaard te zijn.
Tot slot dan nog de Kaapse Buffel. Humeurig, opvliegend en in Afrika het diersoort dat naast de mug (malaria) de meeste slachtoffers maakt. Ze zien er sloom uit, maar ze blijken in de praktijk uit het niets een enorme snelheid te kunnen ontwikkelen om je daarna met hun horens te doorboren en te vertrappen. Ook dus geen optimaal dier om s'avonds bij de lodge tegen te komen.
Langs de oevers kan je ook een behoorlijk aantal vogelsoorten scoren. Dit is bijvoorbeeld de Geelsnavelooievaar.
De watergriel, een soort kruising tussen een steltloper en patrijs, zagen wij bij tientallen terwijl wij op de meeste Afrika reizen ons tevreden moeten stellen met een een paar waarnemingen van enkele exemplaren.
Tot slot de Nijlkrokodil, soms kolossale dieren tot wel meer dan vijf meter lang. Dit exemplaar lijkt in ieder geval nog niet aan de tandarts toe te zijn.
Bijna aan het eind van de trip gaan wij naar het hoogtepunt van de reis toe. Nu eens niet een spectaculaire vogelsoort, maar Berggorilla's zoeken! In de het natuurpark met de opwekkende naam Impenetrable Forest is het de bedoeling dat wij een dag een familie van onze naaste soortverwanten gaan opzoeken ("tracking")
We slapen in een bergdorpje op ca. 2000 meter hoogte en krijgen eindelijk de kans om eens van dichtbij te zien hoe de gemiddelde Ugandees woont en leeft. Iets waar je niet echt vrolijk van wordt zoals op de onderstaande foto te zien is. We krijgen de indruk dat het grootste deel van de bevolking stromend water en electriciteit moet ontberen.
Onze lodge is wel van betere kwaliteit, al is het electriciteitsnet hier nog niet door gedrongen en moeten wij het s'avonds met de stroom van zonnecollectoren doen. Het is hier aanmerkelijk koeler dan tijdens de rest van onze reis. Tot onze verrassing vinden wij na het avond eten twee warme kruiken in ons bed. Ach, op zich aardig bedoeld maar zo koud is het voor Nederlanders nou ook weer niet.
Via de hoofdstad Kampala wordt je toegewezen aan een gorilla trackingteam. Deze krijgt een bekende gorilla familie toegewezen maar waarvan de lokatie iedere ochtend op nieuw bepaald moet worden. Wij krijgen groep M toegewezen, een familie van negen gorilla's, die ook niet snel voor mensen weg schijnt te lopen. Eerst moeten wij echter tussen de 1500 en 2000 meter twee uur omhoog klimmen om in het "Impenetrable Forest" te komen.
Eenmaal daar aangekomen horen wij dat de rangers die ons vooruit gingen op ca. tien minuten afstand de gorilla familie hebben gevonden. Voorzichtig lopen wij door het bos dat hier nog niet echt "impenetrable" is en vinden in een open stukje de gorilla's. Het 18 jaar oude mannetje kijkt met een mengeling van nieuwsgierigheid en alertheid als eerste naar ons.
Na een paar minuten gaat de familie weer over tot dat gene waar zij mee bezig waren, sappige planten eten. Met af en toe een gesmak van jewelste en een schuin oog op ons laten deze imposante dieren zich vanaf zo'n twee tot drie meter fotograferen en filmen. Een ware fotosessie!
Dit is dus de baas van de troep, een zilverrug mannetjes gorilla. Hij kijkt je aan met een eigenlijk zeer gemoedelijke blik. Ofschoon we dachten dat wij op zo'n korte afstand ons niet echt gemakkelijk zouden voelen, blijkt het gedrag en de oogopslag van de dieren zo vriendelijk te zijn te zijn dat je geen moment bang wordt.
Oorspronkelijk was afgesproken dat wij niet dichter dan zeven meter bij de gorilla's mochten komen. Dit ivm infectie risico's van mens naar aap en omgekeerd. Als de gorilla's echter zelf dichterbij komen, wat dus bij ons gebeurde, is er weinig aan te doen en moet je vooral niet wegrennen. Daar schijnen de beesten niet zo van te houden
Als je kijkt naar de enorme omvang van de dieren, kan je ze ook maar beter niet uitdagen. Het leidt weinig twijfel dat de dieren zonder meer in staat zijn om je hoofd van je romp te trekken, dus volgen wij braaf de aanwijzingen van de rangers op.
Na ongeveer een kwartier fotosessie besluit de groep dat het tijd is om op te stappen. Ze beginnen de plaatselijke berg door het "ondoordringbare" bos omhoog te klimmen en wij moeten mee omhoog klimmen omdat wij voor een heel uur betaald hebben en als groep bij elkaar moeten blijven. Het wordt een ongelofelijk zware drie kwartier, waarbij wij beiden werkelijk aan de grens van onze fysieke vermogens komen. Wat ons betreft was het na de 15 minuten fotosessie wel voldoende geweest, maar ja, betaald is klaarblijk betaald in Uganda :)
De laaste twee nachten voor ons vertrek brengen wij door in het Mburo Lake nationale park. Een beetje luieren en vanuit onze safari landcruiser vogels en groot wild kijken.
Dit landschap is eigenlijk zo als wij ons veel gebieden in Afrika herinneren; een savanne landschap met zebra's, buffels, gazellen en antilopen.
Dit savannne uitzicht hebben wij ook vanuit de lodge met s'ochtends zebra's in je "achtertuin" vanaf het balkon. Kortom Uganda is een prachtland met een grote verscheidenheid aan natuurgebieden, een indrukwekkende fauna en buitengewoon aardige mensen.
© Martin van den Berg & Resi Damhuis 2014
[Back To Top]